Grens

Een grens is vaak fysiek. Een markering door een heg, hek, paaltjes met prikkeldraad. Een plek, een afgebakende ruimte. Die fysieke aanwezigheid is belangrijk. Een grens bestaat immers alleen als hij kenbaar wordt gemaakt. Een hek in een weiland maakt duidelijk dat het niet de bedoeling is dat je verder loopt. Soms met een bordje ‘pas op schrikdraad’. Maar dat schrikdraad is eerder bedoeld om beesten binnen het hek te houden, dan mensen er buiten.

Grenzen worden ingewikkelder wanneer ze niet zo expliciet gemarkeerd zijn. Bijvoorbeeld je eigen grenzen. Je huid is een nogal duidelijke buitengrens. Maar daar omheen is je aura. Die zie je niet, maar voel je des te beter. Als mensen te dicht bij je komen staan. Tijdens de spits in de trein of metro worden we bijna als vanzelfsprekend gedwongen die grens op te geven. Ik heb nog nooit iemand in de overvolle trein tussen Haarlem en Amsterdam (om half 8 ’s morgens) horen zeggen: “Pardon, u staat in mijn aura, zou u een stapje opzij willen doen?” Afgezien van het feit dat het schier onmogelijk is, als je tenminste met de trein mee wilt.

En dan heb ik het nog niet eens over de innerlijke grenzen die ieder van ons heeft. Onzichtbaar, maar o zo belangrijk. Die grenzen van ons wezen, ons bewustzijn. Essentieel om te herkennen, te leren kennen en te erkennen. Drie hele belangrijke stappen als het om grenzen gaat. Stappen die je van jongs af aan zou moeten nemen. Zonder schuldgevoel of schaamte. Want binnen die grenzen functioneer jij als wezen. Negeer je systematisch een van die drie stappen, dan verloochen je jezelf op lange termijn.

En nu? De hele wereld is opeens begrensd. We leven ieder onder een glazen stolp van beperkende maatregelen die onze bewegingsvrijheid aan banden legt. In Frankrijk tot de dichtstbijzijnde voedselvoorziening. Maar geen restaurants, want die zijn dicht. Die glazen stolp staat in een straal van 1 kilometer om ons huis, met een uitschieter naar het dorp 10 kilometer verderop. Er is zelfs een app voor gebouwd zodat je kan zien tot waar je mag lopen.

En dat is best moeilijk te erkennen, die stolp. Want werkelijk waar, in feite ontbreekt het me aan heel weinig: ik heb de ruimte om te bewegen op 5 hectare camping terrein. Ik kan genieten van de zich razendsnel ontluikende lente. Ik beluister vol ontzag de vogelconcerten om me heen. Ik kan de zon op mijn huid voelen en zelfs al af en toe zwemmen in ons kleine verwarmde zwembad. Ik ben ook niet alleen, ik heb mijn gezin om me heen. We kunnen samen dingen ondernemen. En er is meer dan voldoende werk. Ik verveel me geen moment!

Het enge dat mist is de vrijheid. Om te mogen gaan en staan waar ik wil. En anderen te ontmoeten. Het is onvoorstelbaar hoeveel impact dat op me heeft. En het is zo waar: je weet pas wat je mist als je het niet meer hebt.

Foto: Bart Nusink

Geef een reactie