Lief

Zoals ik al vaker heb verteld: ik functioneerde jarenlang op wilskracht. Mijn wilskracht was zo goed ontwikkeld, ik kon er bijna geen afscheid van nemen. Ik was mijn wilskracht. Ik deed de hele dag mijn best. En zelfs dan vond ik eigenlijk dat het nog wel een tandje beter, erger, harder, of sneller kon. Nog even net dat beetje meer geven. Maar daarmee woon je jezelf uit. Je ondermijnt jezelf, want het is nooit goed genoeg.

De laatste jaren ontdek ik elke dag een beetje meer, dat het ook anders kan en vooral mag. Ik oefen in zijn. Niks moeten. Alleen zelfliefde kweken. Dat mijn eigenwaarde niet afhankelijk is van wat ik allemaal doe. Van jezelf leren houden vergt langdurige oefening. Ik aai mezelf over mijn wang. Mediteer dat ik mag leven in liefde en vertrouwen, in plaats van angst en controle. Probeer aandacht te geven aan datgene wat er speelt, ook als het minder leuk is.

Toen ik laatst, na weken, weer eens een rondje wilde gaan fietsen zei mijn lieve man: “Je kan ook rustig fietsen.” Met liefde dus, dacht ik. En dat deed ik toen maar. Ik fietste en bij elke trap dacht ik: “met liefde”. En het resultaat is ongelooflijk. Ik kom nu veel gemakkelijker de steile heuvels op. Eigenlijk merk ik nauwelijks meer dat ik fiets. Het kost me geen moeite. Niet dat ik niet hijg en zweet. Natuurlijk kost het fysiek moeite om de 15% te stijgen naar ons huis. En toch is het moeiteloos. Want ik focus op de liefde. Voor het fietsen, voor de helling. Voor de oneffenheden in de weg. Mijn snelheidsmeter valt terug naar 0 kilometer per uur, zodra ik langzamer ga dan 3,5 kilometer per uur. Formeel ga ik helemaal niet meer vooruit. Maar ik kom toch boven zonder af te stappen. Een beetje zwabberend, maar dat doet er niet toe. Want ik ben helemaal niet meer bezig met boven komen. Kennelijk is de intentie waarmee ik fiets veel interessanter. En ik kom stralend thuis.

“Heb je lekker gefietst?” vraagt lief als ik thuis kom. Eén blik van mij spreekt boekdelen. “Heerlijk!”

Geef een reactie