Afhankelijk

De bel gaat ’s avonds kwart voor zeven. Als ik eindelijk de deur open doe nadat ik eerst mijn sleutel moest zoeken, staat er een jonge jongen voor mijn neus: “We komen de motor halen.” Mijn adem stokt. Ik had de chauffeur van de motorstalling verwacht en niet zijn zoon. Maar belangrijker, het vooruitzicht dat ik drie maanden zonder motor moet grijpt me naar de keel. Ik weet het heus wel: het is veel te koud om te rijden. Maar er zullen ook dagen zullen zijn dat het iets warmer is dan 5 graden, waardoor ik best naar mijn werk in Utrecht zou kunnen rijden. Die mogelijkheid bij voorbaat niet hebben druist zo tegen mijn gevoel in, ik wil dit helemaal niet! Even later verdwijnt het achterlicht van de motor het busje in.

Deze week ga ik elke dag met de trein. Als dit de voorbode is voor de aankomende drie maanden, dan belooft het weinig goeds. Op maandag haal ik mijn overstap dankzij de vertraging van de trein naar Utrecht. Wel moet ik overal staan omdat er allerlei treinen uitvallen waardoor de treinen stampvol zijn. Ik sta een kwartier later dan gepland voor het koffiezetapparaat op mijn werk. Ook op de terugweg vertraging maar ik haal het om in de normale 75 minuten thuis te geraken.

Dinsdag is het niet veel beter ook al reis ik eigenlijk na de spits, 10 uur ben ik pas op kantoor. Ik heb er dan al een werkdag opzitten van op tijd opstaan en kinderen naar school brengen. Op donderdag komt er een achterlijk kort treintje Haarlem binnenrollen. Als een haring sta ik tegen allerlei vreemden aan geleund. We willen allemaal mee, ik vraag me af waarom. We komen 10 minuten te laat aan in Amsterdam waardoor ik een kwartier moet wachten op de volgende intercity naar Utrecht. Ik had net zo goed de volgende, wellicht minder volle trein uit Haarlem kunnen nemen.

Ik snap steeds beter waarom bijna elke forens met oordopjes in, de tijd tussen huis en werk uitzit. Ook ik sluit me tegenwoordig zo af van alle energie en fysiek contact met mensen die iets te rond zijn rond de heupen, als ik überhaupt al een zitplaatsje bemachtig.

Als niet-ochtend mens om half 7 opstaan om op een beetje fatsoenlijke tijd op je werk te zijn en mijn enkele reistijd op te zien lopen tot anderhalf uur is op zijn zachtst gezegd frustrerend. Het is zo zonde van mijn tijd! Natuurlijk gebeurt er op de weg ook wel eens wat. Maar als motorrijder kan ik daar enigszins tussendoor fietsen. Mijn reistijd is zelden langer dan een uur en meestal korter. Om over de kosten nog maar te zwijgen. Ik betaal elke dag 17 euro aan de NS om op mijn werk en weer thuis te komen, zonder enige garantie op comfort. Voor hetzelfde geld rij ik op de motor zeker twee keer op en neer.

Ik ben totaal afhankelijk van de vervoerder. Daar ligt de eigenlijke bron van frustratie want het is een afhankelijkheid zonder enige invloed. En de trein wacht niet op mij, hoewel hij mij regelmatig laat wachten. Mijn vaardigheid om mensen van de roltrap te duwen en sprintjes te trekken is nog nooit zo goed ontwikkeld geweest.

Geef een reactie