Jarig

Dinsdag werd ik 37. Een wonderlijke dag was het. Ik werd door zo veel mensen op zoveel manieren gefeliciteerd (via whatsapp, e-mail, videoboodschap, pakketten per post (bestaat nog!), knuffels, zoenen, cadeaus, het kon gewoon niet op!). Ik voelde me gedragen!
En daarnaast was er ook veel emotie. Ik had er net zo goed niet meer kunnen zijn.

Dat besef is een gek fenomeen. Aan een kant ben ik blij dat ik er nog ben en dat ik alles kan doen wat ik doe. Dat ik mijn verjaardag kan vieren, dat ik dit kan schrijven en dat ik mijn kinderen zie opgroeien. Kortom dat ik het leven leef. En aan de andere kant maakt het me intens verdrietig omdat ik het niet bevat dat dit is gebeurd. Ik kan het niet bijbenen, mijn verwerkingsproces loopt mijlenver achter op de dagelijkse werkelijkheid. Het record in lage temperatuur dat gevestigd werd (de koudste 19 augustus sinds 1924) droeg hier nog aan bij.

Gelukkig neemt dat niet weg dat ik enorm heb genoten van mijn dag waarop ik me echt verwend voelde (in allerlei opzichten). Ik voel me een klein meisje vol verwachting als ik het pakketje open maak dat een vriendin me stuurde. Benjamin Hoff beschrijft dit gevoel precies in de Tao van Poeh:

‘Wat doe jij het allerliefst op de hele wereld, Poeh?’ ‘Het allerliefste-‘ zei Poeh en toen moest hij eerst een even nadenken. Want al was Honing Eten iets vreselijks prettigs, er was toch één ogenblikje, vlak voor je begon, dat nog prettiger was, maar hij wist niet hoe dat heette.

Geef een reactie