Toeval bestaat niet.
Vanavond gaat de bel, we zijn net klaar met eten. Mijn lief is met hoge koorts thuisgekomen en ligt in bed. Voor de deur staat een vrouw met twee grote tassen en een mutsje op. “Kanker” is het eerste wat ik denk en daarna dringt het tot me door dat ze collectebussen komt terugbrengen. Wij fungeren als ophaalpunt voor de scouting vereniging in Zeeland. Ze komt binnen en we handelen administratieve dingen af terwijl ik vraag of ze weer is opgeknapt (ze kon niet eerder komen omdat ze plotseling was opgenomen in het ziekenhuis, is alles wat ik weet). Ik hoef alleen maar te zeggen dat ik uit ervaring spreek en binnen no time vertellen we elkaar onze medische situatie. Alles wat ze zegt klinkt bekend, vertrouwd, ik ken haar pas 5 minuten. Wat gebeurt hier?! Ik denk niet na, handel en spreek impulsief, vanuit mijn hart. Ze zegt dat ze het zo zwaar vind om constant bezig te zijn met de emoties van anderen, ik zeg haar dat ze moet afleren om daarmee bezig te zijn (en dat ze haar telefoon best af en toe uit mag zetten). Ik geef haar ongevraagd het adres van een psycholoog die gespecialiseerd is in de begeleiding van chronisch zieken. Ze is er blij mee.
Ze gaat en ik wens haar geen fijne feestdagen, ik weet dat haar feestdagen beladen zullen zijn en niet benijdenswaardig. Ik zeg alleen: “Zorg goed voor jezelf.” De deur valt dicht. Ik sta in de gang en huil. Eindelijk komt de emotie waar ik al zo lang mee worstel er uit. Ik ben verbaasd over mezelf maar het lucht ook op. Misschien moet ik wat vaker naar mijn eigen advies luisteren.
Een half uur later wil ik naar boven lopen om de kinderen in bed te leggen. De bel gaat. Voor de deur staat een vrouw: “ik kom namens de KWF kankerbestrijding.” Ik zeg haar vriendelijk maar zeer beslist dat ik nu echt mijn kinderen in bed moet leggen. Ik wil nog zeggen: “kan je later terugkomen?”, maar ze draait zich al om. Ik doe op mijn eigen manier wel aan kankerbestrijding. Toevallig.