Frankrijk kleurt gedurende de maand oktober roze. Deze maand staat in het teken van de strijd tegen borstkanker. Elk zichzelf respecterend dorp organiseert één of meerdere evenementen variërend van de verkoop van prullaria met roze strikjes tot sponsor wandelingen. Menig stadhuis wordt deze maand roze uitgelicht. En de plaatselijke dichter, kunstenaar of schrijver uit zichzelf creatief ten behoeve van dit goede doel.
Is de ene vorm erger dan de ander?Ik vond ‘octobre rose’ altijd wat overdreven. Er is geen dag of maand ten behoeve van baarmoederhalskanker, de soort waar ik zelf mee te maken had. Waarom wordt deze er zo uit gelicht? Het antwoord is natuurlijk omdat extreem veel vrouwen op steeds jongere leeftijd er mee te maken krijgen. Weliswaar vaak goed behandelbaar, maar ook gevaarlijk want dicht bij lymfeklieren die de kans op uitzaaiingen vergroten. De behandeling betekent maandenlang ongemak en emotionele impact op (jonge) gezinnen. Kinderen onder de 10 jaar die hun moeder behandeld zien worden en moeten leren leven met een tergende onzekerheid.
Dit jaar is oktober anders voor mij. Mijn eigen zus van 42 heeft onlangs een diagnose borstkanker gekregen. Als je in midden Frankrijk woont is Noord-Holland opeens heel erg ver weg. Op 1 oktober reis ik naar Nederland. In Luik zie ik opeens een pruikenwinkel op de hoek van een straat. Met 50 kilometer per uur schuiven de etalagepoppenogen zonder lichaam met nep haar, voorbij. Nooit eerder viel het me op.
Ik tref mijn zus aan herstellend van een borst besparende operatie en wachtend op bestraling (3 weken met 3 weken wachtlijst) waarna nog chemotherapie (minimaal 20 weken) en hormoontherapie (5 jaar) volgt. Wat is mijn rol in deze? Zij is degene die ziek is, behandeld wordt. Krijgt het fysiek en geestelijk voor haar kiezen en moet er mee om gaan. Vandaag, morgen, over drie maanden, over een jaar. Ik wil er gewoon zijn. Ik draai wat wasjes, haal de kinderen van school en doe boodschappen. Rij met haar naar een controle in het ziekenhuis. Het draait niet om mij, ik wil haar niet opzadelen met mijn emoties, mijn herbeleving. Ook al weet ik ongeveer wat ze doormaakt, hoe het voelt. De onzekerheid. Hoe je onwetendheid bestrijd. Hoe je zieker wordt van de behandelingen die de kanker uit je lijf moeten verdrijven. De oneerlijkheid. De willekeur. Het wachten. Het van uitslag naar uitslag leven. Hoe je leven door gaat en tegelijkertijd stil staat.
Eenmaal terug thuis in Frankrijk ben ik niet opeens geneigd mee te wandelen met alle sponsorlopen in de buurt. En ik koop ook geen 20 mokken met een roze strikjes er op. Want dat helpt haar, haar kinderen, haar man niet direct. Zij willen dat mijn zus er over een jaar nog is en dan zo schoon van kanker als ze maar kunnen meten. Dat ze hun verjaardagen mee kan vieren. Ze weer op vakantie kunnen met de caravan. Hoe vertel je een kind van 6, 9 of 16 dat die zekerheid als gras voor hun voeten is weg gemaaid? Wat mij betreft is er niks roze aan deze maand.