Herfst

De herfst kruipt onder mijn huid. Met haar traag voortbewegende grijze mist die ’s morgens rond de heuvel kleeft. Tussen de dennenbomen die ze verandert in donkergroene spoken. De zon blokkerend. Het uitzicht belemmerend. Vocht achterlatend op alles wat buiten is. Verhullend.

De sluiers laten zich soms verjagen door de herfstzon. Tussen de wolken schuiven steeds meer vlekken licht over de heuvels. De grauwe loofbomen veranderen in een kleurig palet van rood, geel en oranje. De herfst schittert goud op mijn netvlies. Daartussen de weides, eindelijk weer groen geregend na een lange hete, droge zomer. Bespikkeld met wat schapen lijken in de verte, maar witte Charlois koeien zijn. Slagordelijk grazen ze op een rij. De wolken drijven in een strakblauwe frisse lucht. De nevels blijven de heuvels in de verte omsluieren en maken er kronkellijnen grijs van. Onduidelijk omrand.

Als de wolken de lucht weer bedekken, verdwijnt het zonnige, het lichte, het levendige. Een ijzig gure wind dringt door alle lage warme kleding heen. Stuwt blauw-, wit- en donkergrijs mijn luchtruim in. Regen en hagel roffelt klagelijk op het dakraam. De herfst nestelt zich in mijn binnenste. Ik word er stil van.

Maar als de zon ondergaat,  gloort ze in de verte, aan de overkant van het dal. Nog even piept ze onder het wolkendek door. En zet de hemel, het bos, de koeien en mij in vuur en vlam.

Geef een reactie