Focus

“Ik wil graag een betaalde column schrijven. Volgende winter kan ik er tijd en energie in gaan steken om dat voor elkaar te krijgen.” Terwijl ik mezelf dit hoor zeggen door de telefoon, tegen een vriendin 800 km verderop, stijgt mijn interne verbazing. Na mijn diagnose vier jaar geleden maakte een gevoel van urgentie zich van mij meester. Ik wilde zo snel mogelijk en zo veel mogelijk uit mijn leven halen. Het leven kon immers zo maar voorbij zijn.

Nu, terwijl ik een winter doorbreng op het Franse platteland waar weinig meer spannends gebeurt dan dat er brand uitbreekt in de plaatselijke supermarkt, kom ik helemaal tot rust. Ik pas me aan aan het tempo van de Fransen en de natuur. Ik onthaast. Ik heb steeds minder het gevoel dat alles nu moet, omdat ik anders de boot mis. Het past helemaal niet bij mijn perfectionistische en naar efficiëntie strevende neigingen. Ik kom er elke dag meer achter dat het wel past bij mijn wezen en dat het goed is voor mijn geestelijke gezondheid. Want ik neem echt tijd voor dingen. Omdat ik niet langer vijf dingen tegelijk wil kunnen doen, met een goed resultaat, komt er focus en diepgang in mijn activiteiten.

Als ik schrijf, schrijf ik een blog of mijn boek. Tegelijk gaat niet. Mijn kinderen hebben twee weken vakantie. Ik geef ze mijn volledige aandacht. Als ik een rondje fiets zuig ik de prachtige omgeving in me op. Piekeren lukt dan niet, mijn gedachten waaien mijn hoofd uit. Ik laat ze gaan.

In tegenstelling tot het leven zo volledig mogelijk leven door zo veel mogelijk, zo snel mogelijk te doen, kan ik het leven kennelijk ook volledig leven door weinig te doen, met volledige aandacht en focus. De voldoening is vele malen groter. Ik voel me werkelijk verbonden met mezelf en mijn omgeving.

Geef een reactie