La Gagère is de naam van de boerderij en het stuk land waar ik woon. Ooit gegeven door een kasteelheer aan zijn rentmeester als gage. Het gebouw is in 1829 gebouwd, zo staat er in de schoorsteen gegrift, als schaapboerderij. Voordat de sparrenbossen industrieel de heuvels bedekten, liepen er schapen in de Morvan. Gelukkig zijn er nog een paar schaapboeren over gebleven en staan ze ook bij ons in de buurt. Als ik mijn rondje fiets kom ik ze tegen. Schapen zeggen niet alleen maar Beeh. Ze blaten werkelijk in alle toonaarden. De oma’s rochelen, de mama’s blaten laag. En de lammetjes, die mekkeren echt soprano. En ze dartelen.
Als ik aan kom fietsen rennen ze eerst een stukje bij mij vandaan. Fietsende mensen zijn ze niet gewend. Als de moeders wegrennen, rennen de lammetjes mee. Maar hun nieuwsgierigheid wint het van hun schrik. Terwijl de moeders nog waarschuwend blaten, komen ze dichterbij. En dan opeens wijkt er een uit. Springt zomaar opeens de lucht in. Naar links of naar rechts of recht omhoog. Alle vier de poten tegelijk van de grond. En in de lucht kronkelen ze dan ook nog met hun jonge lijven. En soms meerdere keren achter elkaar. Gewoon omdat ze zin hebben, omdat het kan. Ze lijken er niet bij na te denken. Zonder reden, er is geen directe aanleiding (tenminste niet die ik kan waarnemen).
Daar kunnen wij nog wat van leren. Gewoon doen wat zich aandient. Met vertrouwen dat dat op dat moment het enige juiste is. En dat we weer netjes op onze pootjes terecht komen. Doe datgene waar je zin in hebt. Niet datgene wat we gepland hebben, of waarvan we denken dat het van ons wordt verwacht. Gewoon een beetje speels rond hupsen! En het advies van Jean-Christophe Zounia opvolgen: Mensen zijn schapen!
PS als we dan toch bezig zijn, misschien ook wat vaker een lentegroet uiten, zoals Ronja de Roversdochter dat doet.