Gunnen

Elke morgen mediteer ik. Meestal luister ik naar een meditatie waarin mij de vraag wordt gesteld wat ik nodig heb. Er is altijd een antwoord. Als je even de tijd neemt om naar je innerlijke stem te luisteren borrelt er vanzelf een woord naar boven. Geborgenheid. Ruimte. Plezier. Rust. Verbinding. Geduld. Vertrouwen. Het idee is om 10 minuten lang dat woord in jezelf te herhalen. Ik wens mezelf of ik gun mezelf…

Toen ik net begon met deze meditatie wenste ik mezelf van alles toe. Maar gaandeweg begon me dat tegen te staan. Als ik mezelf iets toewens, dan komt het van buiten. Het is niet wezenlijk van mij. Ik verwacht een interventie die mij biedt wat ik wens.

‘Ik gun mezelf’ heeft een andere lading. Daarmee zeg ik echt ja tegen datgene wat zich aandient. Vanuit mezelf gun ik me iets. Ik maak er ruimte voor. Dat is niet altijd evident. Wat ik mezelf wens, gun ik mezelf niet altijd.

Toen ik half november een week ging schrijven op Terschelling wenste ik mezelf toe dat ik die week mezelf kon gunnen. Een week helemaal voor mezelf, zonder verantwoordelijkheid voor gezin en camping. Me wijden aan schrijven en genieten van de prachtige natuur om me heen. Hoe harder ik mijn best deed, hoe minder het me lukte om daar echt aanwezig te zijn. Ik wenste het mezelf, maar echt gunnen lukte niet.

Nu mediteer ik dus alleen nog met wat ik mezelf gun. Wat ik mezelf toesta en gun heeft een enorme innerlijke kracht. En als ik mezelf iets niet gun, dan is daar meestal een goede reden voor, die de moeite waard is om te onderzoeken. Dat gun ik mezelf!

Geef een reactie