Druppel

Teleurgesteld kijk ik naar buiten na het opentrekken van het gordijn. Eigenlijk word ik bevestigd in mijn vermoeden en gevoel. Vandaag vertrek ik van het eiland dat zo liefdevol mijn thuis is geweest de afgelopen week. Als ik pech heb blijft de schrijver in mij hier achter. Dikke slierten mist hangen buiten tussen de dennenbomen. Gisteren was de lucht nog prachtig blauw. Dit is vast geen goed voorteken.

Maar tijdens een heerlijk laatste ontbijt breekt de zon door de mist heen. Kennelijk is ze in november nog sterk genoeg om de mist op te lossen. Ik eet vlug en loop nog even het bos in, nu kan het nog! Op een open plek tussen de dennen op een flauwe duinhelling keer ik mijn gezicht naar de de zon. Mijn voeten stevig geplant in de zanderige bosgrond, mijn hoofd reikt richting de hemel. Mijn gezicht vangt de gele zonnestralen op. Met mijn ogen dicht laat ik me koesteren. Overal om me heen hoor ik gedrup van vallende mistdruppels, het lijkt alsof het regent.

Als ik mijn ogen weer open vang ik in mijn ooghoek iets glinsterends op. Een grote druppel mist hangt aan een blaadje van een struik, vangt het zonlicht en weerkaatst het. Kennelijk beweegt het blad zachtjes hoewel er nauwelijks wind waarneembaar is, want het lichtje knippert. Een knipoog van het eiland. Ik durf niet te stoppen met kijken voor het geval het opeens ophoudt. Als ik mijn hoofd een klein beetje beweeg stopt het knipperen en wordt het lichtje fel smaragdgroen! Stomverbaasd staar ik naar dit wondertje van de natuur.

Een paar uur later sta ik met een van mijn schrijfgenoten in Hoorn op de bus te wachten. We gaan nu echt terug naar vaste wal. We wachten in de zon, genietend van haar warme stralen. We bespreken hoe we er thuis voor kunnen zorgen dat we ook daar, als we weer in beslag zijn genomen door het dagelijkse leven, kunnen blijven schrijven. Welke omstandigheden helpen daarbij, welke plekken, momenten, voornemens. “Misschien hoeven we alleen maar de zon wat in ons, in plaats van op ons te laten schijnen” zegt ze. Dan schuift een dikke mistbank voor de zon. We zien de druppels door de lucht zweven. De zon is verdwenen. Terwijl de boot de haven verlaat, varen we uit de mistbank. De Brandaris, eerst onzichtbaar verstopt, wuift ons toch nog uit.

Geef een reactie