Een krachtig hogedrukgebied beheerste de afgelopen weken het weerbeeld. Dit leverde met name laaghangende bewolking en mist op. Niet zo best voor mijn tot depressie geneigde geest. Mijn daglichtlamp draaide overuren en ik sportte me suf om het serotonine peil in mijn hersens op te krikken. Het weer leverde echter ook prachtige zonsopkomsten en -ondergangen op.
En dan blijken er onverwachte voordelen aan met de trein reizen. Niet alleen heb ik tijd om mijn gedachten aan papier toe te vertrouwen en een visserstrui te breien. Ik kan ongegeneerd naar buiten kijken. ’s Morgens om 8 uur zit ik met mijn neus tegen het ooster raam gedrukt, ik zuig de zonsopkomst in me op. ’s Middags hetzelfde trucje om half 5 maar dan aan de westkant van de trein. Het beeld wordt weliswaar doorsneden met hoogspanningsmasten en -kabels, hoge kale bomen die paraderen langs het Amsterdam-Rijnkanaal, uitgedoofde fabrieksschoorstenen, boerderijen, snelwegen met vijf banen file, tunnels waar we doorheen rijden, voorbij stuivende stations, doodstille bedrijventerreinen, geluidsschermen, Courtyard Marriot hotel, de Arena, het AMC, de Schipholboog van de trein. Maar daartussen: uitzicht op de meest adembenemende zonsopkomsten en -ondergangen.
Tussen de rijen kale populieren langs het Amsterdam-Rijnkanaal verrijst een goudgele bal vanachter de horizon. Eerst nog wat platgeslagen maar al snel mooi rond. De vliegtuigstrepen in de kraakheldere vrieslucht lichten op als bakens. Sommige nog kaarsrecht de lucht doorklievend. Andere zijn al verwaaid tot wollige kronkelende vaargeulen. De weiden zijn wit berijpt. Eindeloze vlaktes wit ook doorkliefd met sloten die voorzichtig een eerste laagje ijs dragen. De pluimen van rietkragen lijken ijsbloemen. Hier en daar hangt nog een wollige zachte deken mist. Koeien en schapen zweven zonder poten over de velden die langzaam roze oplichten. Van vol oranje geel, goud verandert de zon in wit geel een beetje flets door de laaghangende nevel. Het kanaal dampt. En dan even plotseling als ze zijn ontstaan zijn alle kleuren weer verdwenen. De zon is kennelijk verder op gegaan achter een dik wolkendek. Wat rest is een schakering saaie grijze wolken en lucht. Een half uurtje later kijk ik met koffie in de hand uit het raam op de zesde verdieping van mijn kantoor. Achter de Domtoren spelen de zon en wolken een prachtig schouwspel. Ik blijf even hangen bij een collega zodat ik mijn ogen de kost kan geven.
De zon zakt als en ronde gele bal door de mist is de kleur een beetje gedempt. Langzaam zakt ze en toch ook snel, binnen een paar minuten richting horizon. Hoe verder ze zakt hoe platter en meer roze ze wordt. De verandering is nauwelijks waarneembaar en toch goed zichtbaar. Halverwege tussen Utrecht en Amstel boven weilanden wint de mist het. Steeds waziger schijnt de zon, bleker en bleker tot ze wordt opgeslokt, niet door de horizon.