25 oktober bleek het de dag van de stilte te zijn. Nooit geweten, totdat ex-collega en inmiddels vriendin B. mij vroeg om deel te nemen aan een zogenaamde stiltewandeling door de Kennemerduinen. Met manlief thuis om voor de kinderen te zorgen leek het me een heerlijk cadeautje voor mezelf: op zondagmorgen door het duin sjokken en op me af laten komen wat er komt.
In ganzenpas liepen we door de duinen, zonder te spreken. Als schrijver is het boeiend om te proberen stil te zijn, omdat ik altijd woorden aan iets wil geven. Het is dus eigenlijk nooit echt stil in mijn hoofd, ik maak constant zinnen. Maar geschreven of bedachte woorden zijn pas niet stil meer als ze worden uitgesproken. Een voorlezer of zanger brengt de tekst letterlijk tot leven.
Als je stil bent wat is er dan veel te ontdekken! Bij de Oosterplas observeerden we door te luisteren, ruiken en kijken. Meerkoeten die enorm spetteren als ze onderduiken. Maar wist je dat deze vogels ook hijgen?! We liepen door bos en gras, over heuvels, smalle en brede paden. Langs breedgeschouderde schotse hooglanders met indrukwekkende horens. De damherten burlden dat het een lieve lust was. Hier en daar klonk een opgeschrikte vogel, fluitende buizerds cirkelden hoog in de lucht. Paddenstoelen spoten uit de grond en zwammen bedekten half vergane bomen. Overal waar je keek zag je ongelooflijke prachtige herfstkleuren opgelicht door een stralend zonlicht! Het was me een waar cadeau!
Als ik nu loop, dwars door de drukke stad, dan probeer ik stil te zijn: in mezelf te keren. Er zijn enorm veel prikkels om me heen: stadslawaai, verkeer, mensen die om en door me heen proberen te lopen of me van mijn sokken fietsen. Iedereen heeft haast. En dan toch bij mezelf blijven. Wandelen als vorm van meditatie. De stille woorden stromen vanzelf mijn hoofd binnen.